Een duistere schim vloog over het nog donkere land. Zijn zwarte vleugels sloegen in een ritmisch geluid op de wind. Alatariel zo luidde de naam van deze nog onbekende Dark Angel. Hij landde bij de verlaten hut en wierp een blik naar binnen. Hij zette zijn zeis, die voor hem als wapen diende tegen de muur en ging even op een van de stoelen zitten. Hij liet zijn hoofd rusten in zijn handen. ''Nooit'' mompelde hij zacht. Nooit zal ik haar meer vinden''.